CreativeNotes
- Controleert of een MP3 bestand al op mijn schijf staat.
- Bij een bestaand bestand vergelijkt of de lokale bestandsgrootte gelijk is aan de remote versie.
- Als het lokaal bestand kleiner blijkt, downloadt het script het bestand opnieuw (want dat impliceert dat de vorige download voortijdig eindigde).
- Wisselende user-agent headers meestuurt, alsof het vanuit bekende podcastspelers komt. Meer een voorzorgsmaatregel om blokkeren van de server te voorkomen.
- Tussen downloads willekeurige time-outs plaatst om netjes te blijven. Wederom uit voorzorg en omdat het wel zo netjes is een server niet continu te belasten.
- Een werking met voortgangsbalk, logging en een retry-mechanisme voor mislukte downloads heeft.
- Gebruik een dumb-phone, of gebruik de app Blank Spaces op je smartphone
- Start in een nieuw notitieboek. Tip naar mijn hart natuurlijk. Pak een mooi notitieboek. Het hoeft geen superduur merk te zijn, maar eentje met een leuke cover van de Hema of van de Action kan ook al prima werken. En gebruik hem! Maak het je spirit-guide voor deze zomer
- Cureer je abonnementen. Dit is een goede tip die ik sowieso zelf ga toepassen. Normaal open ik Youtube op de homepage. Maar open deze standaard op je abonnementen-pagina. Zo krijg je direct een overzicht waar je zelf de keuze voor hebt gemaakt in plaats van wat Youtube vindt dat je moet kijken!
- Herzie je relatie met streaming muziek. Spotify staat al langer op mijn lijst om afscheid van te nemen. Ik vond laatst een doos met oude CD’s waarvan ik niet meer wist dat ik ze nog had. Een mooi moment om weer een eigen bibliotheek op te bouwen. En er zijn inmiddels meer interessante diensten en sites met muziek zoals AlbumWhale en Crucial Tracks.
- Gebruik een eenvoudige camera om je zomer vast te leggen. Hier hebben we onder andere een Polaroid, oude Cybershot en zelfs nog de Knäppa, een IKEA camera!
- Je zomerleeslijst. Kies een paar papieren boeken om te lezen. Ze hoeven niet dik, moeilijk of recent te zijn. Kies wat je leuk vindt.
- Schermloze hobbies. Maak een zine, ga wandelen, knutsel iets, verf de boekenkast. (OK die laatste is meer een aanmoediging voor mezelf)
- Maak een analoog bureau. Dat doet me denken aan Austin Kleon die ook zoiets heeft in zijn studio. Eén bureau voor digitaal werk, één voor analoog werk.
- Doe het niet alleen. Vraag vrienden en familie om mee te doen. Geef elkaar aanbevelingen en tips. Geniet samen van de algoritmevrije zomer.
- een kamer, waar je alleen hele specifieke zaken bewaart. Als het jouw uitkomt.
- een boekenplank, met wat je hebt gelezen, of nu leest. Wat je mooi vindt.
- een plant, het begint met een zaadje. Misschien één regel of één idee op je site. Wat je langzaam uit laat groeien. Als de tijd er rijp voor is.
- een tuin, waar je op gezette tijden in tuiniert, schoffelt, onkruid (oude teksten/beelden) weghaalt en bepaalde seizoenen even met rust laat.
- een poel, iets wat tijdelijk bestaat. Een site rondom een gebeurtenis, een moment in je leven. Iets wat een begin- en eindmoment kent.
- een steen die je in de zee gooit. Een plek die je eenmaal maakt en daarna niet meer naar omkijkt. Maar dat wel bestaat op het web. Voor anderen.
Waarom mijn Zettelkasten-experiment het wildste idee voor papier opleverde
Het fysiek schuiven met kaartjes laat mijn gedachten op een totaal andere manier stromen. De grote verrassing? Papier dwingt je niet alleen tot langzamer nadenken, het laat je bovendien ontdekken dat het gevoel van niet snel kunnen zoeken juist creativiteit opwekt. En dat brengt me op een wild idee voor de toekomst van kennisbeheer.
Ik dacht dat ik inmiddels wel uitgeleerd was over PKM-systemen. Na 25 jaar bloggen en talloze experimenten met digitale tools, zou je denken dat ik wel weet hoe mijn brein het beste informatie opslaat en verbindt. Maar een simpel pak Exacompta indexkaarten heeft me iets fundamenteels geleerd wat al die apps en algoritmes niet konden.
Een tijdje geleden besloot ik iets te proberen wat tegen alle digitale trends in gaat. In plaats van weer een nieuwe PKM-app te installeren of mijn Obsidian-setup verder te verfijnen, kocht ik dat pak indexkaarten. A5 formaat. En ik ging aan de slag met een papieren Zettelkasten.
Ik had niet verwacht dat het zo anders zou zijn. Door rustig door de aantekeningen en ezelsoren van mijn boeken te gaan en die om te zetten in korte ideeën op een indexkaart… alles blijft dieper hangen. Ik maak duidelijkere keuzes. Ik krijg een andere manier van inzicht en overzicht.
Maar voordat ik echt aan de slag kon, moest ik eerst begrijpen hoe zo’n Zettelkasten nou eigenlijk werkt. Het originele systeem komt van de Duitse socioloog Niklas Luhmann, maar dat was best abstract voor me. Pas toen ik Bob Doto’s boek ‘A System for Writing’ las, begon het echt te klikken. Bob maakt het nummersysteem van Luhmann begrijpelijk en toepasbaar. Zonder die uitleg was ik waarschijnlijk gestrand in een chaos van losse kaartjes.
Hoe werkt zo’n nummersysteem eigenlijk?
Het geniale van Luhmann’s aanpak is dat elk nummer de gedachtegang volgt, niet een logische hiërarchie. Je begint ergens. Nummer 1. Punt. Krijg je een idee dat gerelateerd is aan die eerste notitie? Dan wordt dat 1a. Nog een gedachte die aansluit bij 1a? Dat wordt 1a1. Wil je een andere kant op met je eerste idee? Dan ga je naar 1b.
Het klinkt chaotisch, maar het is juist heel natuurlijk. Je volgt je gedachtegang. Als ik bijvoorbeeld over creativiteit aan het nadenken ben (mijn categorie 1), en ik kom een quote tegen over hoe constraints creativiteit stimuleren, dan wordt dat misschien 1c. Maar als ik later een notitie maak over hoe tools creativiteit beïnvloeden, en die hoort eigenlijk tussen 1b en 1c, dan maak ik 1b1.
Mijn nummer 2 gaat over ideevorming, 3 over werk en productiviteit. Maar die verdeling is achteraf ontstaan. Ik begon met notities maken en op een gegeven moment zag ik patronen. Het systeem groeit mee met je denken, in plaats van dat je je denken moet aanpassen aan het systeem.

Dat is heel anders dan hoe we gewend zijn om informatie te organiseren. Normaal maak je eerst mappen: “Werk”, “Privé”, “Hobby’s”. Hier maak je notities en laat je de structuur ontstaan. Het voelt een beetje als bloggen in de begintijd, toen je nog niet wist waar je blog over ging maar begon met schrijven.
Maar het keuzeproces van indexeren… wanneer kies ik nou voor 1.1, wanneer voor 1.1a, 1.a, 1.2a? Bob Doto heeft dat in zijn boek uitgelegd, maar dat zit nog niet helemaal in mijn systeem. Dat is iets wat ik nog steeds verder wil onderzoeken.
De paradigmashift van hiërarchie naar organische groei
Bij de eerste notities merkte ik dat ik toch heel erg in het paradigma zat dat iets in een hiërarchie moet en dat je dat vooraf al moet bedenken. Terwijl het vanzelf ontstaat. Dat vond ik moeilijk om daar uit te stappen. Ik moet echt accepteren dat die categorisering en het nummeren vanzelf vorm krijgen.
Ik probeerde toch een categorisering te maken, maar uiteindelijk liet ik dat los en ben ik aan de slag gegaan. Misschien betekent het dat ik in de toekomst zaken opnieuw moet nummeren, dat ik kaarten moet herschrijven. Maar dat is onderdeel van het hele Zettelkasten-principe. Bepaalde notities worden uitgebreid of juist opgesplitst in meerdere notities, omdat ze meerdere ideeën bevatten. Het is een dynamisch systeem wat door de tijd vorm krijgt.
Dit doet me denken aan Steve Jobs’ beroemde speech over ‘connecting the dots’. Je kan de connecties pas achteraf zien, op het moment dat je alles maakt. Nu ik 25 jaar blog, merk ik dat je vooraf niet echt kan bedenken welke kant het allemaal precies opgaat. Het vormt zich achteraf en dan blijkt het eigenlijk heel logisch te zijn waarom het zich op deze manier vormgeeft.
De valkuil van de favoriete categorie
Maar hier zit een valkuil waar ik regelmatig in trap. Ik merk dat de categorie waar ik meer interesse in heb, steeds meer uitgebreid wordt. En dan wil ik alles in die ene categorie proppen. Creativiteit (mijn categorie 1) trekt alle aandacht, en ineens probeer ik notities over PKM of werk er toch aan te linken. Alsof alles uiteindelijk over creativiteit moet gaan.
Het is hetzelfde reflex als wanneer je een nieuwe app ontdekt en alles daarin wilt stoppen. Of wanneer je een nieuwe theorie leert en die overal op wilt toepassen. Ik merk dat ik terug val in hiërarchisch denken, waarin er één hoofdcategorie is en de rest ondergeschikt. Terwijl het hele punt van Zettelkasten juist is dat verbindingen onverwacht ontstaan tussen categorieën die je nooit had verwacht.
Die herkenning helpt wel. Als ik merk dat ik weer alles naar creativiteit probeer te trekken, kan ik bewust stoppen en vragen: hoort dit er echt bij, of forceer ik een verbinding?
Waarom papier? Het menselijke element in kennisbeheer
Het idee van Zettelkasten zit in het op een creatieve manier verbinden van ideeën, informatie en kennis. Nieuwe verbanden zien tussen ideeën, informatie en kennis. Het op een creatieve manier verbinden van concepten… daar zit iets inherent menselijks in. Research toont aan dat fysieke manipulatie van objecten en tactiele ervaring andere hersengebieden activeert dan alleen visuele input. Wanneer je een indexkaart vasthoudt, erop schrijft, en die fysiek tussen andere kaarten plaatst, activeer je de delen van je hersenen die beweging en tastzin verwerken. Die systemen zijn nauw verbonden met geheugen en betekenisgeving.
Die tactiele dimensie mis je volledig in digitale systemen. Je klikt, scrollt, typt, maar er is geen fysieke relatie tussen de informatie en je lichaam. Onderzoek naar ’embodied cognition’ toont aan dat herinneringen mentale simulaties zijn die de oorspronkelijke zintuiglijke ervaring opnieuw activeren. Wanneer ik later terugdenk aan een notitie, herinner ik me niet alleen de inhoud, maar bovendien waar die kaart lag, hoe het voelde om erop te schrijven, welke andere kaarten er naast lagen. Studies laten zien dat deze lichamelijke betrokkenheid bij leren het geheugen versterkt.
Dit werd me nog duidelijker tijdens een interview met een beeldend kunstenaar voor mijn project CreativeNotes. Hij vertelde me dat papier voor hem een mentale landkaart is. Of dat nu een groot A1 vel is of een kleine indexkaart, hij voelt sneller aan waar hij iets heeft geplaatst en waarom. Met “waar” bedoelde hij niet alleen thematisch, maar letterlijk de fysieke plek op het papier. Linksboven voelt anders dan rechtsonder. Die ruimtelijke dimensie van geheugen krijg je niet bij een digitaal tekstbestand.
De kracht van digitaal: wat computers wél goed kunnen
Papier heeft natuurlijk(e) beperkingen. Probeer maar eens 500 indexkaarten te doorzoeken op een specifieke quote of een half herinnerd idee. Of alle notities te vinden die gaan over “creativiteit EN constraints”. Daar word je gek van.
Daar ligt precies de kracht van digitale systemen: ze kunnen razendsnel zoeken, complexe patronen herkennen in grote datasets, verbindingen voorstellen die je zelf nooit had gezien. Computers zijn gebouwd voor het doorzoeken en indexeren van informatie op een schaal die voor mensen onmogelijk is. Als je zo’n Zettelkasten zou voeden aan een LLM, kunnen daar interessante dwarsverbanden uit komen die ik vooraf wellicht niet had gezien.
Juist het idee dat je de creatieve, tactiele dimensie van denken zelf doet, dat je daar eigenaarschap over hebt, dat je het handelingsvermogen hebt om die keuzes te maken en dat je dat niet alleen aan een systeem overlaat… dat heeft me ertoe geleid om dit eens op papier te gaan doen. Papier niet als tegenreactie op technologie, maar als creatieve versterking ervan.
Voor mij was dit een Tiny Experiment, zoals Anne-Laure LeCunff dat noemt in haar gelijknamige boek. Ik wilde proberen hoe dit bevalt. In plaats van al mijn notities altijd alleen maar digitaal te maken, maar juist deze kennis en informatie fysiek in handen hebben en voor me hebben staan op mijn bureau. Om te ontdekken wat dit betekent, wat dit doet en hoe ik dat combineer met digitale informatie.
De toekomst: hybride indexkaarten met LCD-schermpjes?
Het goede aan papier is dat het je dwingt tot reflectie, tot langzaam nadenken en heel bewust bepaalde keuzes maken. Wat schrijf je op? Hoe schrijf je dat op? Hoe geef je dat vorm? Waar koppel je iets aan? Alleen, het is natuurlijk moeilijker doorzoekbaar en lastiger om snel iets terug te vinden.
Een betere versie van een papieren Zettelkasten zou zijn dat het direct gelinkt is aan een digitale versie. Maar je wilt wel het hele fysieke karakter van indexkaarten behouden. Die losse kaarten waarmee je kunt schuiven, sorteren en spelen zijn cruciaal voor het denkproces. Het is het verschil tussen fysieke Lego-blokjes en digitale bouwprogramma’s - beide hebben hun waarde, maar de tactiele ervaring van het vasthouden en bewegen van echte blokjes activeert andere delen van je creativiteit.
Stel je voor: allerlei kleine, losse indexkaarten als LCD-schermpjes die op de een of andere manier verbonden zijn met een PKM-systeem. Je schrijft er met een pen op, maar met OCR wordt dat verbonden met een digitaal systeem en wordt het zo eigenlijk één geheel. Je hebt de tactiele ervaring van het fysieke kaartje, maar daarnaast de doorzoekbaarheid en verbindingsmogelijkheden van digitale systemen.

Systemen als Livescribe laten al zien hoe dit kan werken. Met hun smartpen schrijf je op speciaal papier, maar de pen heeft een camera die elke pennenstreek vastlegt en direct synchroniseert met je telefoon of computer. Je handgeschreven notities worden automatisch digitaal doorzoekbaar, maar je behoudt het fysieke schrijfproces. Het is een eerste stap naar die hybride ervaring.
Dan zou je echt het beste van beide werelden hebben. De natuurlijke reflectie van papier - omdat het schrijven langzamer gaat dan typen, krijgen je hersenen de tijd om te denken - gecombineerd met de kracht van digitale zoekmogelijkheden. Je indexkaarten zouden automatisch kunnen suggereren aan welke andere kaarten ze gerelateerd zijn. Ze zouden kunnen ‘oplichten’ als er nieuwe verbindingen mogelijk zijn.
Is dat een utopische gedachte? Misschien wel. Maar het laat zien hoe we kunnen nadenken over technologie die ons menselijke denkproces versterkt in plaats van overneemt.
Een experiment dat de moeite waard is
Ik weet nog niet of ik de papieren Zettelkasten lang blijf gebruiken. Het is best wel ambitieus om al je kennis en informatie in dit soort indexkaartjes te zetten, met name de vindbaarheid ervan. Want het gaat er natuurlijk om dat je er uiteindelijk wel iets mee gaat doen.
Maar het heeft me verrast hoe anders het is om ermee te starten dan ik dacht. Het is niet makkelijk, maar op het moment dat je eenmaal de eerste indexkaartjes hebt gemaakt en daar een beetje mee durft te spelen, dan is het een interessante manier om in je hoofd die verbindingen te leggen. Ik vind het zeker prettig om op papier mijn gedachten te vormen over wat ik lees en denk, om het vervolgens te verbinden in het systeem.
Als je interesse hebt om te kijken hoe je eigen kennis en informatie creatiever kunt inzetten, kan dit wel eens een interessant experiment zijn. Het is echt wel iets wat je niet even in een uurtje doet. Je moet hier een paar weken aan werken. Dat hoeft niet elke dag. Doe dit twee of drie keer per week. Pak wat kaarten, schuif ze wat, deel opnieuw in, schrijf nieuwe dingen op en ga weer door. Het is een langzaam proces van opbouwen en verbindingen leggen.
Het Zettelkasten-principe komt van Niklas Luhmann. Hier is een korte video die de principes uitlegt. Bob Doto’s boek ‘A System for Writing’ is zeker de moeite waard, eventueel als e-book. En het idee van ‘Tiny Experiments’ van Anne-Laure LeCunff is een goed framework om voor jezelf te kijken: wil ik hiermee aan de slag, wil ik hier eens wat mee experimenteren?
Je reactie? Heb je zelf ervaring met Zettelkasten, digitaal of op papier? Of vind je het idee van hybride LCD-indexkaarten interessant? Laat gerust een reactie, vraag of gedachte achter.
Het gaat tegen mijn principes in. Ik geloof in het opbouwen van een eigen emailbestand, je eigen community, je eigen moederschip. Maar het netwerkeffect en de distributiekracht van LinkedIn, daar is niet tegenop te boksen op eigen kracht. Daarom plaats ik mijn Weekbericht van Paper Trails nu ook door als aparte nieuwsbrief op LinkedIn. Op het moment dat ik de eerste editie publiceer, zonder abonnees, krijgen al mijn connecties een uitnodiging om lid te worden. Dat zijn 2500+ mensen die een notificatie krijgen dat ik met iets nieuws ben begonnen.
Toen ik met de site en de “eigen” versie van de nieuwsbrief begon, heb ik gekeken of ik nog mailinglijsten heb van eerdere nieuwsbrieven. Die zijn er wel, maar zo verouderd. Ik twijfelde of ik die wel moest gebruiken om mensen op de hoogte te brengen.
In de tijd dat ik deze blogpost schrijf is het aantal abonnees op de LinkedIn nieuwsbrief al bijna verdubbeld en voorbij het aantal van de oorspronkelijke nieuwsbrief. Die ik wel blijf schrijven en sturen uiteraard! maar toch…
Hoe ik nieuwe makers vind voor CreativeNotes: een podcast, creatief denken en AI-automatisering
Voor CreativeNotes ben ik altijd op zoek naar nieuwe, inspirerende makers om te interviewen. Al eerder luisterde ik de podcast Ervaring voor Beginners van Theo Maassen. Theo praat hierin precies een uur met bekende Nederlanders zoals theatermakers, comedians en muzikanten over het creatieve proces. Hier zou ik best eens interessante mensen kunnen vinden voor mijn project. Maar met zo’n 120 afleveringen is het vrijwel onmogelijk om ze allemaal te luisteren. Daarom besloot ik slimmer te werk te gaan en gebruikte ik AI en automatisering om de voor mij relevante pareltjes eruit te vissen. Het gevolg is dat ik mijn eigen competentie train en documenteer om uit grote hoeveelheden data de relevante informatie weet te vinden. Door mijn eigen creatieve en logische denken te combineren met AI en code.
Voor onderstaande project gebruikte ik ChatGPT 4.1 Mini en Claude Opus 4.0 via OpenwebUI (interface) en Openrouter (API keys). Ik gebruik de gratis versie van Google’s NotebookLM.
RSS feed vinden en omzetten naar JSON
De podcast-RSS feed was niet eenvoudig te vinden, maar via de netwerk-tab van mijn browser vond ik op podcastluisteren.nl alsnog de juiste URL. Deze gebruikte ik om een JSON bestand te maken met alle afleveringen, waarbij ik de titels opschoonde: de seizoens- en afleveringsnummer “Sxx Afl x” haalde ik weg, zodat alleen de naam van de maker overbleef. Van elke aflevering heb ik ook de URL naar het audiobestand (MP3) opgenomen. Zo ontstond een overzichtelijk én machineleesbaar bestand om verder mee te werken.


Filteren voor meer diversiteit
Ik wil graag meer diversiteit in mijn boekproject, daarom filterde ik het JSON-bestand nogmaals. Ditmaal zocht ik expliciet naar namen die niet typisch Nederlands én mannelijk waren. Hiervoor gebruikte ik een automatische herkenning van typisch Nederlandse mannennamen als filter, waarlangs ik de overige namen er juist uitpikte. Dit hoefde ik niet handmatig te doen en het gaf me meteen een handige startlijst met interessante, diverse makers.
Ik gebruikte de volgende prompt, let hier vooral op de laatste opdracht. Ik wil dat het LLM me eerst teruggeeft wat hij gaat doen, een soort dry-run voor hij echt aan de slag gaat.
Haal nu uit dit JSON alle entries (title en audio_url) waar de naam in “title” een typische Nederlandstalige mannennaam is. Bijvoorbeeld “Bram Bakker” is een typische Nederlandse mannennaam, omdat Bram een typische Nederlandse voornaam is. “Jandino Asporaat” is NIET typisch Nederlands man, evenals Elien van den Hoek. Jandino is geen veel voorkomende Nederlandse mannennaam en Elien is een vrouwennaam. Dus ik wil twee feeds van je: Een feed met alle typische mannennamen, zowel title als audio_url en dan de overgebleven namen in een tweede feed. Is deze opdracht duidelijk? Kun je me eerst in stappen uitleggen wat je exact gaat doen? Als ik dan akkoord geef, dan kun je pas echt aan de slag.
Dit werkte direct foutloos. Ik kreeg twee JSON bestanden terug die ik daarna nog handmatig heb gecheckt op de namen. Alles klopte.
MP3-collectie downloaden via een bash-script
De volgende stap was om alle audio te downloaden. Ik kon nergens transcripties vinden, dus die moest ik maken. Daar heb je de audio voor nodig. Om de MP3 audiobestanden te downloaden schreef ik een bash-script dat:
Hiermee werkte ik efficiënt en betrouwbaar, zonder elk bestand handmatig te hoeven binnenhalen. Ik had alle MP3 bestanden in 6 minuten binnen, het script werkte bij de eerste poging al foutloos.

Het volledige script vind je hier op Github. Gebruik er van wat je nodig hebt.
Batch transcriptie met MacWhisper
Nu had ik alle audio. De volgende stap was om deze te transcriberen. Ik zette MacWhisper aan voor een lokale batch-transcriptie. 43 afleveringen van elk een uur werden automatisch uitgeschreven, waarvan het proces liep terwijl ik lag te slapen. Tussen 23:03 en 3:09 heeft de app alle 43 MP3 bestanden in het Nederlands uitgeschreven en lokaal opgeslagen. Het is nog niet helemaal perfect: de transcripties geven logischerwijs geen echte sprekersnamen, alleen generieke aanduidingen zoals “Spreker 1” en “Spreker 2”, wat de nabewerking iets ingewikkelder maakt. Ik zou dat nog met wat slimme bewerkingen kunnen oplossen. Spreker 1 is namelijk altijd Theo Maassen en spreker 2 kan ik uit de filename halen. Maar voor nu was dit prima. MacWhisper is gratis te gebruiken maar heeft dan beperkingen. De betaalde versie is voor mij zeker zijn geld waard. Niet in de minste plaats omdat het van Nederlandse makelij is. Hou er wel rekening mee dat je voor MacWhisper een stevige Mac nodig hebt. Minimaal met een M1 chip.
Analyse met NotebookLM: quotes & tijdcodes zoeken
De 43 transcripties upload ik in NotebookLM, een tool waarmee ik op makkelijke wijze relevante quotes en tijdcodes kan opzoeken. Zo vond ik snel passages die inspirerend waren, die nuttig kunnen zijn voor nieuwe interviews binnen CreativeNotes. De combinatie van automatisering en slimme analyse versnelt zó het creatieve proces. Waarom NotebookLM? Omdat het alleen in de transcripties zoekt en niet nog externe bronnen of andere onderwerpen er bij verzint, wat de overijverige ChatGPT vaak wel wil doen. Mijn prompt bij NotebookLM
Zoek in alle transcripties waar heel expliciet wordt gesproken over notities, notitieboeken, pen, papier, briefjes, schetsen of vergelijkbare analoge hulpmiddelen in het creatieve proces. Hoe gebruikt de geïnterviewde deze instrumenten?
Laat dat zien met een quote per geinterviewde. Geef de quotes in een puntsgewijze lijst per geinterviewde. Laat duidelijk zien dat iets wordt gebruikt als papier, systeemkaartjes, notitieboeken, losse vellen.
Het eindresultaat
Ik heb na een eerste check al zeker 5 namen die mogelijk interessant zijn voor mijn project. Uit de enorme berg informatie van 10 seizoenen Ervaring voor Beginners heb ik de parels gevonden die ik zocht. Nu wil ik de specifieke fragmenten nog wel afluisteren, inclusief de context van de quote. Als het een waardevolle lead is voor mijn project, dan moet ik op zoek naar een contact. Allemaal mensenwerk, maar zó leuk om te doen!
Over de balans tussen scrapen en research
Ik vroeg me af of het wel verantwoord is om een podcast op deze manier te “scrapen” en alle audio binnen te halen. Aan de andere kant realiseerde ik me dat ik inmiddels al vier à vijf namen heb gevonden waar ik echt dieper in wil duiken. Het doel is niet om zomaar alles te verzamelen, maar om die specifieke momenten zorgvuldig af te luisteren en te verifiëren wat er gezegd wordt. Bovendien ga ik die makers zelf nog benaderen voor een gesprek. Het voelt dan meer als gericht onderzoek dan als ongericht scrapen. Ondanks het scrapen en geautomatiseerd verwerken van de podcast, de afleveringen en de interactie tussen Theo Maassen en zijn gast is altijd heerlijk om naar te luisteren. Ik kan je de podcast sowieso aanraden!
Waarom werkt deze aanpak
Door data en creativiteit te combineren, voorkom ik dat ik verdrink in een zee aan audiofiles. In plaats daarvan filter ik gericht interessante makers en haal ik snel de kern uit de transcripties. Dit soort iteratieve workflows helpt me om helder te blijven focussen op wat echt belangrijk is in het creatieve avontuur. Daarnaast leer ik met deze stappen hoe ik met AI, code en logisch nadenken grote hoeveelheden data kan uitpluizen en er relevante informatie uit kan halen voor dit specifieke project. Dat is een competentie die je als kenniswerker meer en meer nodig zult hebben. Het is daarom goed die te trainen en te documenteren.
Volg mijn CreativeNotes avontuur!
Wil je volgen hoe zich dit verder ontwikkelt? Kijk dan op https://notes.frankmeeuwsen.com, waar ik al mijn ontdekkingen, stappen en gedachten deel. Schrijf je daar ook in voor de nieuwsbrief om niets te missen. Of direct hieronder.
Een algoritmevrije zomer
Schrijver en filmmaker Jake Frew begint een experiment, een zomer zonder algoritmes. Met een paar tips en zelf-opgelegde keuzes wil hij zijn zomer weer terug brengen naar hoe het was toen hij een kind was. Toen we allemaal nog kind waren.
Voor CreativeNotes stuur ik elke week een nieuwsbrief uit met mijn weekbericht. Wat heb ik de afgelopen 6-7 dagen gedaan om het project vooruit te helpen. Ik heb vaak iets gemaakt, mensen gesproken, ergens gepresenteerd, en sinds vorige week ook begonnen aan de interviews. Het aantal abonnees is nog niet heel hoog, wat prima is. Maar ik zou er wel iets aan kunnen doen om dat aantal te verhogen. En dan komt die contentmarketing/online marketing toestand weer om de hoek kijken. Want wát kan ik dan doen? En hoe kan ik dat doen zonder het zelf al te vervelend te vinden, zonder sowieso een constant maar te roepen op LinkedIn “Wordt lid van mijn nieuwsbrief…” en bij voorkeur ook nog zonder iets weg te geven.
Want wát heb ik nu weg te geven? Vooralsnog niet zo heel veel. Ik heb nog niets geschreven voor CreativeNotes. Of in elk geval, niets bruikbaars voor de buitenwereld. Wel tientallen losse notities. Moet ik een members-only kanaal beginnen waar je kunt zien dat ik aan het werk ben? Lijkt me ook niet zo bijster spannend en trouwens, ik weet niet of ik daar zelf wel zo’n in heb, al die mensen die over mijn schouder meekijken. Een soort AMA (Ask Me Anything) doen? Een eenmalige livestream voor abonnees om me vragen te stellen over het project? Zou kunnen. Daarmee zou ik ook potentiële nieuwe abonnees kunnen aantrekken. Dat kan misschien wel interessant zijn. Gastposts op andere sites? Kan ook wel eens interessant zijn. Ik zou nog eens moeten uitvogelen op wat voor sites dat dan zijn. En wat ga ik daar vertellen? Iets over het project, over het hoe en waarom. Wie ik ga interviewen. Ik kan gastposts schrijven op sites die over PKM gaan en kennismanagement. Naast de Digitale Fitheid community, zijn er eigenlijk veel andere sites? Ik heb me daar nooit zo mee bezig gehouden. In elk geval niet in het Nederlandse taalgebied. Ik kan hier ook wel wat banners of call to actions maken. Zodat je op allerlei plaatsen weet dat je kunt abonneren op mijn weekbericht.
Abonneer op de Creative Notes Nieuwsbrief!
Zoiets dus.
Wat me ook op een andere uitdaging brengt. Taal. Ik weet dat dit project in het Engels een véél groter bereik zou hebben en ik sneller een grotere groep geïnteresseerden kan bereiken. Ik zou kunnen experimenteren met een soort AI-translated service om de weekberichten en de emails in het Engels aan te bieden. Liefst met zo min mogelijk extra kosten. Die moet ik echt nog zo laag mogelijk houden. Laat ik dat maar eens uitzoeken.
Net als die kleine sneak-peeks achter de schermen. Korte previews wat er komen gaat, wie ik ga spreken. Kleine brokjes van interviews op Mastodon, LinkedIn en Instagram.
Jullie nog ideeën?
Morgen ga ik trouwens op bezoek bij de maker van onder andere deze platenhoes van Racoon en de vele posters en artwork voor Danny Vera. Al een idee bij wie ik langsga?
Vibe coding en mijn boekplanning: zo bouwde Base44 mijn werkplek
Mijn map met screenshots is inmiddels aardig opgeruimd, dankzij het script dat ik eerder deze week maakte met behulp van Claude Opus. Het mooie is dat dit script vrijwel direct het werk deed, de AI me nog ideeën gaf voor opvolging en dat ik eenvoudig het script kan delen met jullie. Het nadeel van deze werkwijze is dat je al wel wat kennis moet hebben van scripts, programmeren, hoe je Python laat werken op je computer. Niet onoverkomelijk, zelfs dat kun je leren met AI, maar je moet er maar net zin in hebben.
Vibe coding. De term heeft sterke voor- en tegenstanders. Ik zit er wat gematigd in. Vibe coding is de manier waarop je via nieuwe webinterfaces je eigen applicaties, websites en ideeën tot leven kunt brengen. Er zijn genoeg spelers op de markt, ik ga ze hier niet allemaal noemen. Vriend Erwin Blom is hier véél meer de expert in en kan je prima op weg helpen. Door hem kwam ik op het pad van Base44.
De gedachte is redelijk eenvoudig, typ of spreek in wat je wilt hebben en de app gaat voor je aan de slag. Ik gaf de eenvoudige prompt “I need a planningstracker for a new book I’m working on. the research, interviews, writing, collection, transcribing, marketing, pitches to publishers.”
Voor CreativeNotes kom ik nu op het punt dat de eerste interviews gaan plaatsvinden, ik lees veel, verzamel allerlei ideeën en heb zowaar een tijdsplanning geschetst! Ik ben benieuwd waar Base44 mee zou komen, op basis van deze eenvoudige wens, die stiekem best wat complexiteit in zich heeft.
Ik was even stil van het eerste resultaat.

Ik had niet verwacht dat het zó compleet zou zijn. Details zoals de Quickstats, het aantal woorden dat je per boek kunt geven, maar ook de manier waarop alles verbonden is tot een overzichtelijk geheel. Het is allemaal nog niet af, de individuele onderdelen moet ik nog laten vibecoden, maar ook dat is een kwestie van de prompt geven en wachten.
Base44 bouwt mijn werkplek
Wat Base44 precies voor me bouwde, voelt als een klein bureau op mijn scherm: een Project Dashboard dat me een helder overzicht geeft van de voortgang van mijn boek, van het prille begin tot aan de publicatie. Er is Research Management waarin ik al mijn bronnen, notities en onderzoeksopdrachten kan bijhouden. Heel fijn, want zo raak ik niet meer verdwaald in mijn ideeën en aantekeningen. Aan de andere kant, met Sublime en Obsidian heb ik al behoorlijk wat overzicht, ik moet nog nadenken of ik dit écht nodig ga hebben.
Aan de interviews is gedacht; de app verzorgt een Interview Tracker om afspraken te plannen, gesprekken te doen en opvolging te regelen. Perfect voor deze fase van CreativeNotes waar ik flink wat gesprekken op de planning heb staan.
Dan heb je de Writing Progress: hiermee kan ik mijn schrijfdoelen per hoofdstuk bijhouden. In het screenshot is het allemaal nog demo en test, maar ik zie me dit wel gebruiken om mezelf gemotiveerd te houden. En de Materials module helpt me bij het beheren van audiofragmenten en transcripties, want dat soort materiaal hoop je niet met losse bestanden op te slaan.
Base44 heeft ook een Marketing Planning met campagne-ideeën en sociale media activiteiten, plus een Publisher Outreach tracker om mijn pitches netjes te organiseren.
Qua design zit het netjes in elkaar. De interface is eenvoudig en uitnodigend. Typografie en ruimtelijkheid zijn zo gekozen dat het me niet teveel af leidt. Het is functioneel. Schakelen tussen fases gaat makkelijk via een sidebar.
Met de prompt “Create a workflow to edit the book projects” had ik binnen een paar minuten een workflow in 4 stappen om boekprojecten te maken. De basics, een hoofdstukindeling incl een streefgetal voor aantal woorden, een tijdlijn inclusief voortgang per hoofdstuk. Wederom meer dan ik zelf had kunnen (laten) maken. Natuurlijk kun je dit allemaal in Obsidian in elkaar zetten, met behulp van plugins. Maar met deze werkwijze kan ik de complete app in mijn eigen stijl en op mijn manier laten werken.
Ik heb nu nog geen idee hoe de gegevens worden opgeslagen. Ik denk in een database of een configuratiebestand. Voor publicatie en meer uitgebreide mogelijkheden heb ik een betaald abonnement nodig op Base44. Het startplan is 20 dollar per maand, maar voor serieus werk zit je al snel op 50 dollar per maand. Is het dat waard? Als je veel eigen apps maakt of je werkt veel met klanten en bureaus die proof of concepts of prototypes nodig hebben, of een concreet idee tastbaar wilt maken, dan denk ik dat het meer dan zijn geld waard is. Met het Builder plan van 50 dollar heb je ook een Github integratie, waardoor je de code altijd kunt meenemen als je besluit te stoppen met je abonnement. Zo zit je niet vast aan Base44 zelf, en hou je je opties open.
Vibecoding heeft allerlei fijne voordelen, maar ook aandachtspunten waar je rekening mee moet houden. Het grote pluspunt is snelheid en gemak. Je kunt in korte tijd iets werkends neerzetten zonder alles helemaal tot in de puntjes te moeten uitwerken of perfect schaalbaar te maken. Zoals mijn principe “Werken met de garagedeur open”, voelt vibecoding soms alsof je een kleine werkplaats tot je beschikking hebt, een soort schuur of garage vol met gereedschap dat je precies pakt als je het nodig hebt. Het gaat niet om een grote, gelikte fabriek met eindeloos veel medewerkers, maar om de persoonlijke ruimte waar je zelf de touwtjes in handen hebt en snel dingen maakt die voor jou werken.
Een belangrijk nadeel van vibe coding is dat ik beperkt word door de randvoorwaarden van de tool of het platform. Ik weet ook niet exact wat er achter de schermen gebeurt. De garagedeur blijft eigenlijk dicht. Ik moet wennen aan de manier waarop het werkt en soms lukt het niet om precies dát te maken wat ik in mijn hoofd heb. Aan de andere kant, de output van deze app was meer dan ik zelf in eerste instantie had bedacht en het bracht me weer op nieuwe paden. De schaalbaarheid zoals bij klassieke softwareontwikkeling is voor mij niet per se een doel. Kleine, tijdelijke apps die persoonlijk en doelgericht zijn kunnen precies genoeg zijn. Het hoeft niet perfect, als het maar doet wat het moet doen.
Vibe coding voelt voor mij als een balans tussen snelheid, flexibiliteit en creativiteit. Het geeft mij de mogelijkheden om ideeën snel tastbaar te maken, zonder meteen in de valkuil te stappen van eindeloos perfectioneren of omgaan met complexe softwareontwikkeling. En zolang je je bewust bent van de beperkingen en keuzes die je maakt, kan het een waardevolle aanvulling zijn in je digitale gereedschapskist.
Volgende stap: Deze website onder handen nemen!
LinkLeesMap S01E06 - Het vormt zich vanzelf
Waar was ik nou vorige week? Eerlijk gezegd, het kwam er even niet van. Vorige week zondag was zo’n dag dat van alles gebeurde. Waar ik in de avond dacht, ik heb mijn leesmap nog niet geschreven… Weet je wat, ik sla het een weekje over.
En zo geschiedde.
Het zal vaker voorkomen, misschien moet ik het ritme wel naar tweewekelijks brengen. Ik weet het nog niet precies, het vormt zich vanzelf wel.
Dan hebben we direct de rode draad in deze editie te pakken. En in mijn eigen werk de afgelopen weken. Veel wist ik nog precies en vormt zich gaandeweg. Het is net het leven he. We denken dat we alles kunnen uitdokteren, een plan maken, een routekaart, maar ach, die kun je na de eerste onverwachte bocht of opengebroken weg weer aanpassen.
Klinkt heftig, maar eigenlijk kan het best leuk zijn!
Wat zag ik zoal deze week?
Zo begon ik deze week met nieuwe weekberichten over mijn project CreativeNotes. Ja, erg meta en erg Main Character Energy (een term die ik leerde van mijn dochter) om in een leesmap te schrijven over je eigen weekbericht. Op Paper Trails kun je mijn route volgen hoe ik van een wild idee naar ja… iets ga. Een boek? Een podcast? Een serie interviews met foto’s? Ik weet het nog altijd niet exact…het vormt zich gaandeweg. En het vormt zich op dit moment in mooie wegen, maar dat lees je binnenkort wel…
Over schrijven en boeken… Martijn Aslander publiceert binnenkort zijn nieuwe boek “Starten met Obsidian”, dat hij in een relatief korte tijd heeft geschreven. Een praktische gids om met de notitie-app Obsidian te beginnen. Van je eerste notitie tot de opzet van een levend systeem. Ik mocht het manuscript lezen én het voorwoord schrijven. Het boek is nu al te bestellen en bij Martijn op LinkedIn kun je mijn voorwoord lezen. Ben je net begonnen met Obsidian of van plan je eigen kennis beter te borgen? Bestel dat boek van Martijn. Het is praktisch, grappig, inzichtelijk en zet je direct aan de slag.
Nog meer boekennieuws! Vriendin en Punkqueen Kirsten Jassies had vrijdag de lancering van haar boek “Het is allemaal de schuld van Social Media” over hoe BigTech, algoritmes en AI ons leven sturen. En wat je er aan kunt doen. Het is geen revolutionair en anti-kapitalistisch manifest om Silicon Valley tot de grond af te fikken. Kirsten zet de risico’s tegenover de positieve kant van technologie en geeft je handvatten hoe je het meer bewust kunt inzetten. Met inzicht, eigen initiatief en meer regelgeving.
Het vervelende is alleen wel dat Kirsten niets op haar eigen site zet om naar te linken en vooral op Instagram stories deelt. Die maar tijdelijk zijn en een account nodig hebben, dus hier linken is wat onnozel. Bij RTL vind je een interview met Kirsten en vorig jaar was ik te gast bij haar podcast over dit onderwerp.
Wat me brengt bij “My website is a shifting house next to a river of knowledge”. Een inzichtelijk en lekker leesbaar artikel waarom artiesten en auteurs de architecten moeten zijn van hun eigen site. Laurel Schwulst zet op een rij hoe je een website kunt inrichten en waarom het zo belangrijk is voor creatieven. Je eigen website hoeft niet een constante stroom van blogposts te zijn (ahem…) maar kan net goed iets zijn als
Each artist should create their own space on the web, for a website is an individual act of collective ambition.
Joan Westerberg bracht eerst LinkedIn en daarna Hackernews in vervoering met haar blogpost “I Deleted My Second Brain”. Ik heb gedachten over dat artikel. Het is fijne clickbait die het lekker doet op de socials, maar inhoudelijk is het weinig nieuws onder de zon. Ik wil dit nog wat laten marineren in mijn hersenpan en, oh the irony, linken aan eigen notities en ideeën die ik over de jaren heb opgebouwd. Dus wordt nog vervolgd, maar lees zeker haar essay over de tyranny of tools, the anxiety of the unread en laat me weten wat je er van vindt. Lees dan als tegenhanger dit artikel van Remco van den Akker, waarom een eigen systeem juist wél de moeite waard is.
Over linken gesproken en wat allemaal nog niet af is, ik kwam laatst langs Linkblocks, een Federated Bookmark Manager en dat ziet er op zich wel interessant uit. Het is nog láng niet af, maar je kunt het proces volgen op Github en een eenvoudige demo proberen.
Ik heb al jaren een zwak voor zines. Ik doe er te weinig mee, ik verzamel ze niet, ik maak ze niet en ik zoek het niet actief op. Maar het is zo’n latente, passieve liefhebberij. Als het langskomt ben ik super enthousiast en laat ik dat anderen weten als het kan. Zoals op de PublicSpaces Conference, waar Astrid Poot haar mini-zines uitdeelde. Of laatst tijdens een koffie met Elmine, waar we de lol van zines deelden.
Juli is International Zine Month, des te meer reden om zines de aandacht te geven die ze verdienen!
Video-tip! Gavin Strange is de Creative Director van de UK animatie studio Aardman. Die ken je van series als Wallace & Gromit of Shaun the Sheep. Strange vertelt op Beyond Tellerrand in humoristische hyperspeed hoe we meer moeten klooien en minder de dingen overdenken. Alleen al voor zijn slides en voorbeelden is “Less thinkering and more tinkering” de moeite van het kijken waard.
Tot volgende week, blijf mooie dingen maken en abonneer je op mijn nieuwsbrief Paper Trails.
Paper Trails is live
Volg mijn creatieve experiment op Paper Trails!
Want hoe ontstaat een meesterwerk uit een krabbel in een notitieboek? Waar en hoe komen losse, papieren inspiratiemomenten samen tot iets compleet nieuws, zoals een gerecht, een schilderij, een tuinontwerp of een stand-up routine?
Ik zie geregeld creatieve professionals met een fysiek notitieboek rondlopen en er in werken. Dat wil niet zeggen dat ze nooit digitaal werken, maar het scherm is niet hun startpunt. De echte kracht zit in hun analoge notities. Ik geloof dat zij wel een systeem hebben, maar dat het niet zo is geformaliseerd als in PKM vaak wel gebeurt.
Ik onderzoek het cruciale creatiemoment van professionals die bewust een analoog instrument verkiezen boven het scherm. Ik leg vast hoe analoge notities niet alleen focus en flow brengen, maar ook de fundamentele bouwstenen vormen voor elk creatief eindproduct.
Door verhalen en beeldmateriaal uit de notitieboeken van creatieve professionals te verzamelen, sla ik een brug naar de wereld van PKM, apps en kennismanagement. Zo zoek ik naar universele lessen die in elke werkomgeving relevant zijn.
Het is voor mij een experiment en het is leuk om dan de garagedeur open te zetten. Je kunt het traject volgen op Paper Trails. Dat is (nog) niet de finale titel van het boek, de serie of wat er dan ook uit komt, maar geeft wel de speurtocht weer. Schrijf je in voor de periodieke updates via mail of abonneer je op de RSS feed.
Een bezoek aan de Dutch Pen Show
Croshizuku Syo-ro, Emerald of Chivor, Australian Roses, Peach Haze, Diamine Oxblood. Het was geheimtaal voor me. Ik begreep er echt niets van. Waarom staan al deze mensen rondom een tafel, gevuld met inktflesjes, om in een notitieboek de kleuren te testen, namen bij te schrijven en met elkaar te vergelijken?

In het verre eind van de zaal zie ik een rij specialisten zitten die elk voorovergebogen met een soort slijppennetje bezig zijn. Met een vergrootglas, microscoop of het blote oog. Geconcentreerd slijpen ze de punt van een vulpen. Ondertussen zitten aan de andere kant van de tafel mensen, ze hebben gesprekken, kijken vol concentratie mee of bladeren in hun eigen Travel Journal.
De hoeveelheid kleuren om je eigen notitieboek-cover samen te stellen. Met verschillende soorten leer, wel of niet gegraveerd, hoeveel elastieken band er om heen, met of zonder gepersonaliseerde charm.

Ik zie vulpennen van 25 euro. Ik verbaas me over de pennen van 4.500 euro. En alles wat er tussen zit. Merken waar ik nog nooit van heb gehoord, maar populair zijn hier op de Dutch Pen Show in Utrecht.

Vorige weekend heb ik me twee middagen ondergedompeld in deze internationale community van penliefhebbers. Ik ben nieuwsgierig. Wat trekt mensen in deze wereld van vulpennen en honderden verschillende soorten inkt? Verzamelaars, liefhebbers, hobbyisten, het is een enorm divers publiek.
Pas toen ik met wat mensen praatte en ik de pennen testte, toen begreep ik het. Het is de aandachtige handeling van het schrijven. De keuze om op een bepaalde dag, een specifieke pen te gebruiken, “omdat het goed voelt” en om een specifieke inkt te gebruiken. We zijn gewend om op kladblokken wat te krabbelen, met pennen die we ergens vinden, die als goedkoop gebruiksmateriaal in de supermarkt of warenhuis liggen. Goedkoop papier, om even snel iets op te krabbelen en niet meer naar om te kijken. Dat zijn we gewend geraakt. Maar het kan ook anders.
Het betekent niet dat je je boodschappenlijstje met een kalligrafie pen hoeft te doen, maar er is niemand die je tegen zal houden. Even een bericht achterlaten op de koelkast voor iemand anders? Dat kan prima op een post-it note. Of een snel briefje op het aanrecht.
Maar als je echt iets wil schrijven. Als je weg wilt van het scherm en de fysieke ervaring wilt van een pen op papier, en met gemak en genot een gedachte wil formuleren, dan begrijp ik heel goed dat je meer uitgeeft aan een pen. Dat je nadenkt over de combinatie van pen, papier en inkt. Dat je een cover wilt om je notitieboek te beschermen én een eigen identiteit geeft. Dan is het meer waard dan die snelle krabbel. Ik herken dat wel. Ik heb inmiddels ook verschillende notitieboeken met elk een eigen doeleinde.

Dat is wat ik me om me heen zag. Mensen die met aandacht en liefde hun eigen verhaal een unieke vorm willen geven.
Ik denk dat ik volgend jaar weer bij de Dutch Pen Show ben. Ik denk ook dat ik voor bepaalde momenten best een eigen vulpen wil gebruiken. Ik ben blij dat het bijna vaderdag is.




Principes in je garage
Wat is nu wijsheid? Ga ik gebruik maken van een losse service om een toekomstige nieuwsbrief op te starten, of maak ik gebruik van Substack? Voor het nog altijd naamloze boekproject wil ik een nieuwsbrief starten om lezers mee te laten kijken in de garage. De garage waar ik de interviews voorbereid, online en offline inspiratie vind, losse flodders verzamel. Zoals mijn goede vriend Ronald van Schaik eerder deze week zei: “Je bent je eigen proefpersoon in dit project.”
Ik weet dat Substack niet de beste papieren heeft, maar aan de andere kant is het een dienst met een groeiend netwerk van creatieven, kan ik er eenvoudiger een publiek vinden en kan ik er zo beginnen. Een paar jaar eerder had ik een nieuwsbrief die ik via Mailerlite verstuurde, met een plugin in WordPress. Dat werkte. Maar het mist het netwerk effect. En dat is juist iets wat ik wel zou willen voor dit project.
Ik kan via Ghost publiceren, er is Beehiiv, er zijn talloze oplossingen. Ik heb niet de intentie om een betaalde nieuwsbrief te maken, ik hoef geen hele uitgebreide mogelijkheden, ik heb niet de intentie om een email marketing product te maken.
Maar wel om het publiek te vinden. En dáár kan Substack juist wel een rol in spelen.
Dus ik loop in cirkels rond. In mijn garage. Laat ik eerst maar eens wat interviews gaan doen en dit wat laten sudderen. Dan komt het vanzelf wel.
In de tussentijd kun je je wel abonneren op iets dat nog niet bestaat (Zelfs de naam is nog in flux). Misschien dat ik later de email lijst weer overzet naar een andere dienst.
Update 18:00: Lykle brengt mij naar aanleiding van de twijfels op het spoor van Molly White, die Substack verliet. En een uitgebreide handleiding schreef hoe zij Ghost heeft ingericht inclusief alle server-hoopla. En laat Ghost zich nu met 2 klikken installeren op mijn Coolify server! Dus die staat in de steigers, wordt vervolgd!
LinkLeesMap S01E02 - Je menselijke LLM op het web
De hele week stond in het teken van creativiteit en notetaking. Wat is dat toch, dat Engelse termen altijd een rijker gevoel geven dan de Nederlandse poten-in-de-klei term. Aantekeningen maken of Notities maken. Klinkt toch ineens als werk, of zelfs als een triviale bezigheid. Maar hoe meer ik me verdiep in de creatieve kant van dit thema, hoe relevanter notities worden.
Ik vind de term notemaking, die Nick Milo een tijd terug opperde, nog sterker. Daar zit het aspect van creatie nog beter in. Taking heeft een vorm van extractie in zich. Van een hoeveelheid informatie die op je af komt, trek je de belangrijkste woorden en zinnen er uit en die schrijf je op. Of kopieer en plak je. Of fotografeer je. Maar met Making impliceer je al dat je zelf iets maakt. De betekenis van wat op je afkomt een plek geeft in eigen woorden of beelden.
Je merkt, ik zit vol in mijn nieuwe nog-naamloze project!
Wat bracht me dat zoal deze week?
Producer Rick Rubin is een genie. Niet alleen omdat hij tijdloze muziekklassiekers heeft gemaakt, maar zijn kijk op de wereld en creativiteit is uniek. Met zijn nieuwe project The Way of Code combineert hij de 3000 jaar oude geschriften van de Tao Te Ching met de hype van de laatste 2 maanden, Vibecoding. The Way of Code is een fantastisch project. Het introduceert de diepe filosofische waarheden van de Tao bij een nieuw publiek, in combinatie met AI-gegenereerde afbeeldingen die bij elk van de 81 hoofdstukken past. Alle animaties zijn gemaakt in samenwerking met Claude van Anthropic en je kunt ze zelf aanpassen. Zo maakte ik van deze animatie iets nieuws, dankzij Claude.
In navolging van The Way of Code, luister zeker ook naar dit interview met Rick Rubin waar hij zijn visie geeft op Vibecoding, AI en de wijsheden van de Tao Te Ching. Zijn interpretatie van het gebruik van AI, op basis van de documentaire AlphaGO (waarin een AI wint van een grootmeester in het spel Go) is voor mij een eye-opener
The reason the computer ended up winning wasn’t because it was smarter. It knew less. The computer knew less than the humans. The humans had mores. It had a culture around it beyond the rules. And the culture around it ended up being the limiting factor.
Een absolute aanrader: Rick Rubin on Art, Life, and Vibe Coding
Niche-websites over muziek. Altijd goed. Crucial Tracks music journal - the songs that made you is zo’n site.
Crucial Tracks is a music journal where you can log and share the important songs in your life.
Ik zal mijn Obsidian niet snel verlaten, maar de Sublime app gaat een belangrijke rol voor me spelen vanaf nu. Zie je het als een soort liefdeskind tussen Evernote, Pinterest, Are.na en Del.icio.us(ken je die nog!). En dan krijg je Sublime.
Ze noemen zich the knowledge tool that sparks creativity, omdat we geen kenniswerkers zijn, maar creatieve mensen. Of zoals de oprichter Sari Azout zegt in een interview: “Normal people don’t want to double-bracket the internet,” Probeer Sublime zelf via deze invite-link.
“What if we didn’t think of a website as one thing that answers to a million people? What if instead, there were millions of websites, each one handmade by a single person?”
Making space for a handmade web
Komende dinsdag ben ik virtueel aanwezig bij “Making it in the Anthropocene”. Een serie sprekers en sessies hoe we in deze periode van verschillende crises (geopolitiek, klimaat, economie) een nieuwe weg vinden om te leven, werken en te bestaan.
Collario móet toch wel een hele late 1 april grap zijn? Dit kán toch niet echt bestaan? Check de LinkedIn thread en je begint je af te vragen of we als mensheid geschikt zijn om iets met AI te doen…
Dat was LinkLeesMap van deze week. Wat vinden we van deze serietitel? LinkLeesMap -> LLM… too much?
Fijne week, happy cybersurfing!
Een nieuw project - Papieren notities en het creatieve proces
Komend weekend is het 15 jaar geleden dat Bloghelden het levenslicht zag. Een boek dat ik schreef toen ik ineens de tijd had in 2009. Ik was net gestopt bij Rhinofly (wat later Kaliber zou worden) en ik kreeg vrij onverwacht de kans om op de Hogeschool Utrecht mee te werken aan de opleiding CMD. Tegelijk had ik dit boekidee. De geschiedenis van Nederlandse weblogs in kaart brengen. Wat waren de eerste blogs, wie schreven het internet vol eind jaren 90 en begin van deze eeuw. Ik had wel wat tijd in het najaar van 2009, rondom het opstartwerk bij de Hogeschool Utrecht. Dus schreef ik dat boek. Op 23 mei 2010 hield ik de boekpresentatie bij Setup Utrecht, waar onder andere Anne Helmond en Ernst-Jan Pfauth een korte presentatie hielden. Anne deed onderzoek naar de blogosphere (die was er toen nog) en Ernst-Jan had net Sex, blogs & Rock-’n’-roll uitgebracht als ik me niet vergis.
Wat ik me nog vooral herinner van die periode zijn toch de lange dagen die ik maakte tijdens het schrijven. Onze oudste dochter was net 3 jaar en ik verzeker je, dat is is geen goede leeftijd als je als ouder besluit eens lekker uren door te trekken om te schrijven. Zoals mijn lief laatst zei, het veranderde toen best de gezinsdynamiek. En niet altijd in een goede zin. Ik had de tijd en die nam ik ook. Want het boek moest kloppen. Van tekst tot vormgeving.
Dat moet ik nu anders aanpakken. Want… het is nu 2025, ik ben weg bij Kaliber (voorheen Rhinofly) dus het is logisch dat ik weer een boek ga schrijven toch? l’Histoire se répète…
Het is echt heel toevallig, of misschien komt het wel door de rust die zich de afgelopen weken in mijn hoofd heeft genesteld. In de afgelopen periode ben ik weer meer actief binnen de Digitale Fitheid community, waar we aandacht hebben voor de 5 miljoen schermwerkers die meer slagkracht, eigenaarschap en mentale ruimte nodig hebben. Die weten vaak niet wat voor krachtige hardware en software ze tot hun beschikking hebben, hoe ze die goed kunnen benutten en hoe ze hun eigen ideeën en inzichten kunnen vangen, verwerken en verbinden. Een van de pijlers van Digitale Fitheid is Persoonlijk Kennis Management. PKM is het systematisch en bewust bouwen aan een eigen kennisverzameling. Een digitaal systeem waar jij op logische wijze je kennis in kunt opslaan, verbinden, terugvinden en delen.
Ik heb veel gewandeld de laatste tijd. In mijn eentje, met vrienden en met oud-collega’s van Kaliber. Tijdens een wandeling met Fabian Schulting, Art Director bij Kaliber, kwam het gesprek op kennis opslaan en verwerken. Hoe dat voor mensen in creatieve beroepen gebeurt. En met name wat er na dat opslaan en verwerken gebeurt. We kenden allebei wat voorbeelden en ik raakte er enthousiast over. Zeker toen ik de verbanden ging leggen met de kenniswerkers in de Digitale Fitheid community en PKM. Hoe creativiteit en kennis samen kunnen komen.
Na wat eerste onderzoek en gesprekken met mensen die er meer van weten dan ik, kwam ik tot de conclusie dat op deze combinatie nog geen Nederlandstalig overzicht is. Ik denk dat we met dit onderwerp een enorme stap vooruit kunnen maken om PKM op een verrassende en inspirerende manier onder de aandacht te krijgen. Bij bedrijven, in het onderwijs en bij de overheid. En bij iedereen die dagelijks met kennis, inspiratie en creativiteit bezig is.
Het nieuwe project
Ik zoek nog naar de juiste bewoording en het juiste frame voor de creatieve kaders van het boek. Dat kan ik prima met de garagedeur open doen, hier op mijn blog.
We denken bij PKM of Digitale Fitheid vaak over systemen, over instrumenten. Over digitale apps en over frameworks om je ideeën in op te slaan. Maar ik ben altijd benieuwd, hoe komen creatieve mensen tot nieuw werk? Van een binnenhuisarchitect tot een componist. Een schrijver, een streetartist, een fotograaf, muzikant, theatermaker, goochelaar, stand-up comedian, meubelmaker of chef-kok. Ik zie geregeld creatieve mensen met een fysiek notitieboek rondlopen en er in werken. Dat wil niet zeggen dat ze nooit digitaal werken, maar het is niet hun startpunt. De echte kracht zit in hun analoge notities. Ik geloof dat zij wel een systeem hebben, maar dat het niet zo is geformaliseerd als in PKM vaak wel gebeurt.
Die systemen wil ik zichtbaar maken en een podium geven. Dat gaat verder dan alleen bullet-journaling, Cornell methodes, PARA of andere frameworks. Maar juist om de mindset, om het moment dat de pen het papier raakt en de gedachten van hoofd naar hart, handen en papier gaan. Wat doe je precies en waarom? Met welke instrumenten?
Hoe kan het zijn dat Frank Gehry een krabbel als deze maakt
Wat uiteindelijk eindigt in dit magnifieke concertgebouw
Welke creatieve processen spelen daar en wat kunnen we daar van leren in ons eigen werk? Mijn eerste idee is dat het tactiele van papier (Feeling), de focus op het moment (Flow) en toegang tot je eigen instrumenten (Freedom) de kern maakt van wat je echt creatief laat werken en denken.
Hoe werken creatieven met notities?
Die vraag staat centraal. Wát slaan ze op in hun notitieboek, hebben ze een systeem? Hebben ze een vast ritueel om hun gedachten vast te leggen? Noteren ze alles voor later, zien ze notities terug en hoe verbinden ze ideeën aan elkaar? Wat zijn voorbeelden uit hun werk dat begon met een schets of een paar woorden? Waar halen ze zelf inspiratie uit en wat verrast ze uit hun eigen notities?
Er is veel interessant (academisch) onderzoek gedaan naar creativiteit. Er zijn fraaie boeken over het werk van creativiteit. Tijdens mijn vooronderzoek stuitte ik op het boek The Work of Art van Adam Moss. Een prachtig boek waar hij allerlei artiesten interviewt over hun proces. Mensen als Marc Jacobs, Gay Talese, Sofia Coppola en Ira Glass vertellen over het werk dat ze maken en hoe ze tot inspiratie komen. Ik wil een stap verder gaan. Wat gebeurt er nu precies in hun werkwijze dat papieren notities transformeren naar een kledingstuk, een reportage, filmscene en een radio-interview?
Dat zijn de verhalen en de beelden die ik bij elkaar wil brengen. Een eclectische groep creatieve mensen die hun verhaal vertellen. Voor de camera of in elk geval op papier. Met foto’s uit hun eigen notitieboeken. Ik begin met het Nederlandse taalgebied, maar wie weet waar het eindigt.
Ik focus me op papieren notities. Ik ben gefascineerd door mensen die heel actief gebruik maken van notitieboeken. Door die specifieke werkwijze bij elkaar te brengen en het als verzameling te laten zien, ontstaat iets nieuws. Ik denk dat juist in dit tijdperk waar alles een digitaal component heeft en door AI en algoritmes wordt platgeslagen, de verbinding tussen mens en papier een uniek element in zich heeft dat zorgt voor meer interessant werk.
Door creatieven te laten vertellen hoe bij hen de losse punten een verbinding maken, connecting the dots, wil ik al die verhalen met elkaar in verbinding brengen. Wat kunnen we er uit leren en hoe kunnen we dat toepassen op ons eigen dagelijks leven? In ons werk, tijdens studie of als hobby?
Hoe kun je als lezer er inzichten en inspiratie uit halen voor je eigen PKM systeem? Of je nu in het onderwijs werkt, bij de overheid of bij een bedrijf, ik denk dat iedereen inspiratie kan halen uit deze verhalen.
De volgende stap
Ik ben nu in de verzamelfase. Ik ben het idee nog aan het fijnslijpen en ondertussen krijg ik van verschillende kanten al suggesties voor mensen, onderwerpen en creatieve domeinen. Uiteindelijk moet ik aan de slag natuurlijk. Mensen spreken, de parels boven krijgen en de punten verbinden. En dan, zoals Sofia Coppola zegt in The Work of Art:
Er is een moment tijdens het schilderen waar alles een zooi is. En dan ineens is er een schilderij.
Die periode ga ik zeker nog door. Dat gebeurde tijdens Bloghelden en eigenlijk bij elk project is het een verplichte rite om te doorgaan. Gelukkig heb ik nu meer instrumenten en kennis tot mijn beschikking dan 15 jaar geleden bij Bloghelden. Mijn eigen PKM in Obsidian vult zich al met notities, met schetsen, ideeën en quotes. Sinds een paar maanden gebruik ik veel actiever notitieboeken en losse indexkaarten. Dit project is ook voor mij een ontdekkingsreis.
Ik heb er zin in om dit avontuur weer aan te gaan. En ik neem jullie er in mee waar mogelijk natuurlijk. De comments en mijn mailbox staan open voor alle suggesties, ideeën en connecties die me kunnen helpen.